Uit het boek “De mystieke stad Gods”: in visioenen gegeven aan moeder abdis, zuster Maria van Agreda o.i.c. deel I. 209/224.
voor bestelling kunt u zich wenden tot Pastoor Luc J.G.Buyens, Kerkstraat 1 5541 EM Reusel; L.Buyens@tiscali.nl
209. De goddelijke Wijsheid had nu alles gereedgemaakt om te kunnen overgaan tot het in aanzijn roepen van de smetteloze beeltenis van de moeder van God vanuit de verdorven natuur. Het getal van de oude patriarchen en profeten was compleet en de bergen, waarop deze mystieke stad Gods zou gebouwd worden, waren bevestigd (Ps 87,2).
Door de kracht van zijn rechterhand had Hij alreeds onvergelijkelijke schatten van de Godheid uitgezocht tot haar verrijking en als haar geschenk. Duizend engelen waren uitgerust tot haar bewaking, zij zouden als getrouwe vazallen hun koningin en vrouwe dienen. Hij had gezorgd voor een edel en koninklijk voorgeslacht, waaruit zij zou voortkomen; Hij had voor haar, allerheiligste en volmaakte ouders gezocht, geen ouderpaar, dat heiliger of volmaakter was, kon op de wereld gevonden worden. Want als die zouden bestaan hebben, laat het geen twijfel, dat God die zou hebben uitgezocht voor haar, die gekozen zou worden als zijn moeder.
210. Hij schonk deze ouders overvloedige genaden en zegende hen met zijn rechterhand. Hij verrijkte hen met alle deugden, met de verlichting van de goddelijke wijsheid en met de gaven van de heilige Geest. Na aan beide heiligen, Joachim en Anna, te hebben aangekondigd, dat Hij hen een dochter, bewonderenswaardig en gezegend onder de vrouwen, zou schenken, deed Hij het werk geschieden van de eerste ontvangenis, namelijk dat van het allerzuiverst lichaam van Maria.
De leeftijd van Anna was, toen zij met Joachim in het huwelijk trad, vierentwintig en Joachim was zesenveertig. Zij leefden twintig jaar verbonden in de echt, zonder een kind ter wereld te brengen, zodat ten tijde van de ontvangenis van haar dochter, Anna vier en veertig en Joachim zes en zestig jaar oud was. Ofschoon de ontvangenis geheel volgens de natuurlijke weg verliep, bevrijdde de Allerhoogste deze toch van onvolmaaktheden en ongeregeldheden; Hij liet slechts toe, wat volgens de natuur strikt noodzakelijk was, opdat het juiste materiaal aanwezig zou zijn om het meest volmaakte wezen, binnen de grenzen van een gewoon schepsel, te kunnen vormen.
211. God beperkte de natuurlijke activiteiten in de twee ouders en verhinderde door zijn genade elke fout of onvolmaaktheid; Hij stelde daarvoor deugd en verdienste in de plaats en volledige gepastheid in de wijze van de ontvangenis welke, ofschoon geheel natuurlijk en volgens de gewone orde en zonder in het minst het effect aan de wetten van de natuur te ontnemen, geleid en vervolmaakt werd door deze daad van de goddelijke genade. De goddelijke kracht was ten aanzien van de heilige gade Anna, zeer duidelijk wegens haar natuurlijke onvruchtbaarheid; de ontvangenis werd in haar op wonderbaarlijke wijze totstandgebracht, niet slechts door de wijze, waarop dit geschiedde, maar ook met betrekking tot het menselijke ervan. Bij ontvangenissen, die geheel volgens de natuurlijke orde verlopen als gevolg van de krachten in de menselijke natuur, is het niet noodzakelijk zijn toevlucht te nemen tot enige bovennatuurlijke oorzaak of daarop te steunen. De ouders als zodanig zijn bij de huwelijksdaad voldoende oorzaak van de voortplanting, zelfs indien zij onvolmaakt zouden zijn en de noodzakelijke verrichtingen op onvolmaakte of ongepaste wijze zouden uitvoeren.
212. Ofschoon de vader bij deze ontvangenis niet van nature steriel was, waren zijn natuurlijke krachten door zijn leeftijd, zowel als door zijn matigheid, tot op bepaalde hoogte onderdrukt en verzwakt; daarom werd hij opgewekt en zijn krachten werden hersteld om hem in staat te stellen met algehele volmaaktheid in de volheid van zijn vermogens, met inachtneming van de onvruchtbaarheid van de moeder, te kunnen handelen. In beiden werkten de natuur en bovennatuur samen, de eerste kort, met mate, uitsluitend voorzover noodzakelijk, de tweede uitbundig, krachtig en overvloedig, zodat de natuur als het ware geabsorbeerd, doch niet gehinderd werd, zij werd verheven en vervolmaakt op wonderbare wijze. Zo was genade de oorsprong van deze ontvangenis, omdat zij de werkzaamheid van de natuur in haar dienst bracht -voorzover dit nodig was- voor de geboorte van deze onuitsprekelijke dochter uit haar natuurlijke ouders.
213. De opheffing van de steriliteit van de allerheiligste moeder Anna, geschiedde niet door haar de eigenschappen, die zij miste voor een natuurlijke ontvangst te schenken. Indien dit geschied zou zijn, zou zij ontvangen hebben zoals alle andere vrouwen dit doen; neen, de Heer werkte op wonderbare wijze met haar steriele eigenschappen om te geraken tot de vorming van het lichaam uit het materiaal, door de natuur geschonken. Zodoende waren de eigenschappen, zowel als het materiaal, van natuurlijke orde, maar de wijze waarop zij ageerden, werd geleid door de wonderbare kracht van de Drie-eenheid. Zodra het wonder van deze ontvangenis geschied was, keerde in de moeder de vroegere steriliteit terug. Zij zou nooit meer kunnen ontvangen, aangezien geen nieuwe hoedanigheid aan het natuurlijke temperament was toegevoegd of onttrokken. Wij kunnen inzicht verkrijgen in dit wonder als wij het vergelijken met het wonder, dat onze Zaligmaker verrichtte toen de heilige Petrus over het water schreed (Mt 14,29). Het was niet noodzakelijk, dat het water werd veranderd in glas of ijs, waarover hij en de anderen zouden hebben kunnen lopen zonder enige wonderbare tussenkomst, behalve dan het plotselinge veranderen in ijs. De Heer gaf aan het water de kracht om het lichaam van de apostel te kunnen dragen zonder het water om te vormen in ijs. Het bleef in vloeibare staat zowel gedurende als na het wonder, want toen Petrus hard erover heen liep, begon hij te zinken en zou bijna verdronken zijn. Het wonder was dus niet gewrocht door het water te veranderen, maar door daar een nieuwe hoedanigheid aan toe te voegen.
214. Zo ongeveer als dit wonder, maar dan veel schoner, was het wondere van de ontvangenis van de allerheiligste Maria in haar moeder Anna. De ouders werden zo geheel door genade geleid, zij hadden zozeer afstand genomen van wellust en genot, dat de bijkomstige onvolmaaktheden, die normaal een ontvangenis vergezellen als gevolg van de erfzonde, geheel ontbraken. Zo werd een materiaal geleverd, vrij van tekortkomingen en op een wijze, welke in zichzelf verdienstelijk was. Zelfs als de goddelijke Voorzienigheid niet op voorhand elke bijzonderheid zou geregeld hebben, zou deze daad zeker zonder zonde zijn verlopen. Dit wonder reserveerde de Almachtige slechts voor haar, die een moeder zijner waardig zou zijn. Want als het al passend was, dat het stoffelijk deel van zijn wezen zijn oorsprong zou vinden volgens de voor de kinderen van Adam bepaalde orde, zo zou het tevens zeer passend zijn, dat zonder de natuur geweld aan te doen, de genade zou meewerken met al haar effect en kracht en dat deze in haar zou schitteren en in haar probater zou zijn dan in alle andere kinderen van Adam, groter zelfs dan in Adam en Eva, die de oorzaak waren van onze verdorven natuur en ongeregelde hartstochten.
215. Bij de vorming van het lichaam van de allerheiligste Maria, gingen de wijsheid en de kracht van de Almachtige zo zorgvuldig te werk, dat de kwantiteiten en kwaliteiten van de vier natuurlijke elementen van het menselijk lichaam, het sanguinische, het melancholieke, het flegmatische en het cholerische element in juiste proportie en maat werden toegemeten, opdat door deze volmaakte verdeling door menging en samenstelling, dit lichaam in staat zou zijn de werkingen van de heilige ziel, maarmee het begiftigd en tot leven geroepen zou worden, te ondersteunen.
Dit wonderschoon samengesteld temperament veroorzaakte later, dat kalmte en rust, de krachten en eigenschappen van de koningin, gedurende haar gehele leven, regeerden. Nooit kwamen deze elementen met elkaar in conflict, noch zocht de één de andere te overtroeven, integendeel, zij stonden dienstbaar tegenover elkaar en vulden elkander aan in dit goed geordend bestel zonder bederf of verval. Nooit heeft het lichaam van de allerheiligste maagd geleden onder de smet van het bederf, noch werd daarin ooit een tekort of een teveel gevonden. Alle omstandigheden en proporties van de verschillende elementen werden doorlopend op juiste waarde gehouden zonder tekort of overmaat wat betreft de noodzakelijkheden voor haar volmaakte bestaan en zonder een teveel of een gebrek aan droogte of vocht. Er was ook nimmer meer warmte dan nodig was voor de instandhouding van het leven of voor de spijsvertering, noch was er meer koude dan noodzakelijk was voor de juiste temperatuur en voor het onderhoud van de lichaamsvochten.
216. Op grond van de bewonderenswaardige samenstelling, was toch dit lichaam niet minder gevoelig voor warmte-of-koude-invloeden van het weer, integendeel, door de delicate en voortreffelijke samenstelling werd het scherper beïnvloed door strenge koude of overdadige hitte, omdat het tegen ernstige schommelingen in temperatuur, in die delen welke meer blootgesteld waren, geen behoorlijke afweer kon opbrengen. Het is wel zo, dat deze schommelingen in een zo harmonieus samengesteld lichaam weinig aangrijpingspunten hadden, maar anderzijds reageerde de delicate samenstelling sneller en heviger op soms zeer gewone invloeden, dan het geval was in andere lichamen. Dit bewonderenswaardige lichaam, op deze wijze in de schoot van de heilige Anna gevormd, was nog niet geschikt om geestelijke giften te ontvangen totdat de ziel het zou doen leven maar het kon de natuurlijke gaven ontvangen. En deze werden aan dit lichaam in bovennatuurlijke mate gegeven door bovennatuurlijke kracht teneinde het in gereedheid te brengen voor het hoge doel, waarvoor het gevormd was. En in natuurlijke gaven en gratie ging het alle anderen teboven. Het lichaam verkreeg gelaatstrekken en hoedanigheden, die de gehel natuur geen tweede keer zonder hulp zou kunnen voortbrengen.
217. Evenals de hand van de Heer de eerste ouders, Adam en Eva, vormde, geheel aangepast aan de oerrechtvaardigheid en de staat van onschuld, waarin zij zich zouden bevinden en zodoende ook schoner dan hun nakomelingen (want de werken, welke rechtstreeks van de Heer stammen dienen volmaakter te zijn dan die welke door tweede oorzaken ontstaan zijn), zo werkte zijn Almacht, op een meer verheven en hogerstaande wijze bij het vormen van het maagdelijk lichaam van de allerheiligste Maria. En dit doel deed Hij met des te groter nauwkeurigheid en overvloedigheid, omdat dit schepsel niet slechts het eerste ouderpaar, dat zo snel in zonde zou vallen, doch ook alle andere schepselen in lichamelijk zowel als geestelijk opzicht zou overtreffen. Op onze wijze sprekend, besteedde God meer zorg aan de samenstelling van dit kleine lichaam van zijn allerheiligste moeder, dan aan alle hemellichamen en het gehele heelal tezamen!!! Deze maatstaf moeten wij ook aanleggen als wij de giften en privileges zien, die aan deze Stad Gods geschonken zijn, vanaf haar eerste begin en fundament tot aan haar hoogste torenspits, vlak naast de oneindigheid van de Allerhoogste.
218. Daarom was ook de afstand tussen haar wonderbare ontvangenis en de oorzaak van de zonde, de wellust, zo onmetelijk groot. Want niet alleen, dat zij gelijk was aan de dageraad van de genade, geheel vrij van zonden en steeds als zodanig door de Heer voorgesteld en behandeld, ook in haar ouders werden zonde en wellust in toom gehouden met het oog op haar ontvangenis, opdat de natuur niet verstoord zou worden en dit werk niets van zijn volmaaktheid zou inboeten. Want de natuur was onderworpen aan genade, zij diende slechts als instrument voor de oppermachtige Kunstenaar, van wie natuur en genade afhankelijk zijn. Hier was het, dat Hij begon met de uitroeiing van de zonde, hier legde Hij het fundament, waarop het kasteel van de ene Sterke (Lc 11,21) die het kwaad zou ondergraven en het uit de onderworpen stelling zou verdrijven, gebouwd zou worden.
219. De dag, waarop de eerste ontvangenis, van het lichaam van de allerheiligste Maria plaats had, was een zondag. Dit kwam overeen met de dag van de week, waarop de engelen, wier verheven koningin en vrouwe zij zou zijn, geschapen werden. Voor de vorming en groei van andere menselijke lichamen zijn volgens de natuurlijke orde, vele dagen nodig om hen gereed te maken voor de ontvangst van de met rede begaafde ziel. Zo zijn voor een mannelijk kind ongeveer veertig en voor een vrouwelijk kind tachtig dagen nodig, afhankelijk van de natuurlijke warmte en gesteldheid van de moeders. Bij de vorming van het maagdelijk lichaam van Maria versnelde de Allerhoogste deze natuurlijke tijd zodat datgene wat eigenlijk volgens de wet van de natuur tachtig dagen zou gevergd hebben, in haar binnen zeven dagen plaatsvond. Binnen deze zeven dagen werd door versnelde groei in de schoot van de heilige Anna dat prachtige lichaam voorbereid om de allerheiligste ziel van haar dochter en van onze vrouwe en koninginne te ontvangen.
220. Op de zaterdag volgend op deze eerste ontvangenis bracht de almachtige God de tweede ontvangenis tot stand door het scheppen van de ziel van zijn moeder en deze in te storten in het lichaam. Zo kwam dan dat zuivere schepsel in de wereld, zuiverder en aangenamer voor zijn ogen dan welk ander schepsel ook, dat Hij geschapen had of zou scheppen tot het einde van de wereld, ja door alle eeuwigheden heen. God regelde de uitvoering van dit werk in een geheimenisvolle relatie met het werk van de (Gn 1,1-31; 2,1-3) schepping van de gehele rest van de wereld, welke eveneens in zeven dagen verliep, zoals ons wordt verhaald in het boek Genesis. Daarna rustte Hij waarlijk, zoals ons de heilige Schrift in beeldspraak doet weten, want het meest volmaakte schepsel van allen was nu geschapen en er was daardoor een begin gemaakt met het werk van het goddelijk Woord en de verlossing van het menselijk geslacht. Zo was deze dag als een paasfeest voor zowel God als voor alle schepselen.
221. Aangezien de maagd Maria op een zaterdag de grootste zegening ontving door de vereniging van haar ziel met het lichaam, zonder dat in een nasleep van zonden en de gevolgen daarvan met zich bracht, heeft de heilige Geest het zo geregeld, dat de zaterdag in de heilige Kerk toegewijd is aan de heilige maagd. De gedenkdag van de Onbevlekte Ontvangenis, die de Kerk nu viert, is niet een herinnering aan haar eerste ontvangenis, die slechts de ontvangenis van het lichaam was, doch het is de dag van haar tweede ontvangenis, ofwel de dag van de instorting van haar ziel. Lichaam en ziel verbleven negen maanden in de schoot van de heilige Anna; dit zijn de dagen, welke verlopen tussen de ontvangenis en de geboorte van de koningin!! Gedurende de eerstgenoemde zeven dagen, die de bezieling van het lichaam voorafgingen, werd alles zo beschikt en geregeld door de goddelijke kracht, dat het zou overeenkomen met het scheppingsverhaal, waarin Mozes de vorming van de gehele wereld in het allereerste begin beschrijft. Op het moment van de instorting van de ziel in de allerheiligste moeder, herhaalde de gezegende (Gn 1,26) Drie-eenheid met groter tederheid en liefde de woorden door Mozes opgetekend en toen betrekking hebbend op de mens: “Laat ons Maria maken volgens ons beeld en gelijkenis; laat zij onze ware dochter en bruid en een moeder voor de Enig-geborene van de Vader zijn”.
222. Door de kracht van deze goddelijke uitspraak en door de liefde, waarmee deze uit de mond van de Almachtige vloeide, werd de meest gezegende ziel in het lichaam van de allerheiligste Maria geschapen en ingestort. Op hetzelfde ogenblik werd zij vervuld van genaden en giften in een mate, welke zelfs de hoogste serafijn van de hemel niet bezat!!! Er was nimmer een moment, waarin zij tekort schoot of verstoken was van het licht, de vriendschap en de liefde van de Schepper, of waarin zij besmet werd met het verderf van de erfzonde. Integendeel, zij bezat een zeer volmaakte gerechtigheid, verhevener nog dan die van Adam en Eva in hun geluksstaat. In overeenstemming met de genadegiften, welke zij ontvangen had, werd haar ook het volmaakte gebruik van het licht van de rede toegestaan! Zij was nooit zonder bezigheid, immer gespannen die dingen te doen, die aangenaam waren in de ogen van haar Schepper. Als ik deze geheimenissen zich voor mijn ogen zie ontsluiten, moet ik bekennen, dat ik overstelpt wordt door indrukken, zodat het in mijn hart heel stil wordt!!! Ik word bevangen door gevoelens van bewondering en eerbied en mijn vermogen om mij in woorden uit te drukken, houdt op.
-Ik zie de ark van het oude testament, samengesteld, verrijkt en geplaatst in de tempel van een steriele moeder, met groter eer en glorie dan de zinnebeeldige ark in het huis van Obed-Edon en van David, of in de tempel van Salomo (1K 8,6);
-Ik zie het altaar van het Heilige der heiligen, waarop het eerste slachtoffer, dat God moest vermurwen en aanvaardbaar voor Hem zou zijn, geofferd zou worden;
-ik zie de natuurlijke orde losbreken uit zijn eigen wetten teneinde opnieuw te worden geordend;
-ik zie nieuwe wetten tegen de zonde instellen, welke
-niets met gewone wetten gemeen hebben,
-krachtiger zijn dan de wetten van de schuld,
-de wetten van de natuur overwinnen en zelfs de wetten van de genade aanvullen;
-ik zie de wording van een nieuwe aarde en van een nieuwe hemel (Js 65,17) d.i. de schoot van een zeer nederige vrouw;
-waarheen de ogen van de allerheiligste Drie-eenheid zich wenden,
-waar de Godheid regeert,
-waar de hovelingen van de oude hemelen zich verzamelen en,
-waarheen een duizendtal engelen zich spoeden om de wacht te betrekken rond een nietig, levend lichaampje, niet groter dan een kleine bij!!!!!!!.
223. In deze nieuwe schepping is met groter kracht de stem van haar Maker te horen, die, verheugd over het werk van zijn Almacht, zegt, dat het zeer goed is (Gn 1,131). Laat de mens in zijn zwakheid, in nederige vroomheid tot dit wonder naderen!!!. Laat hem de grootheid van de Schepper belijden en laat hij zich verblijden over deze nieuwe weldaad, welke het gehele menselijke ras in deze reparatrice is geschonken. Laat de hitte van het redetwisten nu bekoelen, nu het goddelijk Lich zo duidelijk schijnt. De goddelijke mildheid bezag de heilige maagd in haar ontvangenis met een zeer groot welbehagen, zoals mij getoond werd. Hij beschouwde de erfzonde daarentegen met vijandigheid en Hij stelde er een eer in, om bij deze gelegenheid en bij deze zozeer rechtvaardige zaak de nadelige, giftige stromen de pas af te snijden. Hoe kan voor de mensen-wijsheid passend zijn, wat voor God zo afschuwwekkend was?
224. Tijdens de instorting van de ziel in het lichaam van deze hemelse vrouwe, wenste de Almachtige, dat haar moeder, de heilige Anna, de aanwezigheid van de Godheid op zeer verheven wijze zou bemerken en herkennen. Zij werd vervuld van de heilige Geest en werd innerlijk door een buitengewone vreugde en godsvrucht, vér boven normaal, bewogen. Zij bevond zich in verheven extase, waarin haar veel licht werd geschonken omtrent verborgen mysteries. Zij prees de Heer met nieuwe vreugdezangen. Deze uitwerking bleef haar bij gedurende haar gehele leven, maar zij waren het grootst gedurende de negen maanden, waarin zij in haar schoot de hemelse schat mocht dragen. Want gedurende die tijd werden deze zegeningen doorlopend vernieuwd en herhaald, gepaard met blijvend inzicht in de heilige Schrift en haar geheimenissen. O allergelukkigste vrouw! Laat alle natiën en volken van de wereld u verheffen en u gezegend noemen! Einde.
Geef een reactie